Samen met vismaten Leon en Antoine (Twan) hebben we het plan opgevat om in juni 2016 een week te gaan meerval vissen in Spanje op de Ebro. Het is nog lang niet zo ver, maar in het kader van ‘voorbespreken’ hadden we besloten om dit dan gelijk maar te combineren met een dag vissen. Door verhuisperikelen kon Leon helaas niet, dus daarom op zaterdag 19 september met Twan afgesproken op één van de zogenaamde ‘commercials’ die Nederland rijk is: ’t Mun in Appeltern. Voor degenen die dat niet weten, een commercial is een afgesloten viswater waar je tegen betaling kan vissen op Karper. Bij ’t Mun zijn er 2 karpervijvers vijver 7 is de zogenaamde ‘vaste stok vijver’. Hierop zit alleen spiegel en schubkarper. Vijver 8 is bestemd voor alle hengelsoorten en bevat naast karper ook steuren tot ruim over de meter. Deze laatste vijver was ons doel. Wat ik nog wil opmerken over het commercial vissen: veel mensen denken dat het op dat soort water continue ingooien en ophalen is. Natuurlijk kan iedereen daar wel z’n visje vangen,maar wil je echt succesvol zijn en de grote aantallen vangen (wat ik wel als doel heb als ik daar ben), dan moet je werken voor je geld. Je ziet meestal ook een tweedeling in vissers aldaar: de ‘serieuze’ vissers die met een plan komen en de dagjesmensen die denken ‘even’ 20 karpers / steuren te komen vangen. Uitzonderingen daargelaten, valt dat meestal tegen.
Naast vissen en ‘vergaderen’ was het voor mij ook de vuurdoop voor mijn nieuwe viskist. Een ‘Preston Onbox serie 5 3D’ die ik sinds afgelopen week in mijn bezit heb. Thuis had ik deze al een keer volledig opgesteld en voorzien van aastafels, steunen etc., maar de praktijktest moest vandaag plaatsvinden.
Al om 6:30 was ik ter plaatse en ik was de eerste aan de vijver. Na de kist en overige zooi op het bijbehorende transport bevestigt te hebben, kon ik alles in 1 x meeslepend naar de stek lopen. Dat was de eerste test: krijg ik ik alles mee? Test geslaagd. We vissen eigenlijk altijd aan de ‘verre’ kant van de vijver (tov de parkeergelegenheid). De wat ‘luiere’ vissers gaan meestal aan de parkeerkant zitten, maar onze ervaring is dat de verre kant altijd meer vis oplevert. Even later arriveerde Twan ook en gingen we rustig opbouwen. Omdat ik thuis reeds had ‘geoefend’ ging dat redelijk snel. Alles lekker bij de hand en 3 hengels klaar om snel te kunnen wisselen.
Genoeg hengels mee
Voor ons beiden waren de de te gebruiken technieken vandaag:
– Feederhengel met een methodfeeder en korte onderlijn (ongeveer 10cm)
– Feederhengel met een bomloodje en een lange onderlijn (ongeveer 60cm)
– Pellet Waggler (voorgelode dobber waarmee je redelijk hoog in het water vist).
Pellet Waggler en Method feeder
Nadat we dagkaarten hadden gehaald, konden we beginnen. Twan besloot om te starten met flink wat korven voer brengen met de methodfeeder. Ik besloot te beginnen met het bomlood. Daarbij heb je geen voerkorf, maar creëer je een voerplek door gestaag, maar continue pellets bij te schieten met de katapult. Geen compacte voerplek, zoals met de feeder dus, maar een wat grotere plek, waar de vis hopelijk gaat rondzwemmen op zoek naar meer lekkers. Het is geen ruim gedekte tafel, waar de vis kan vreten wat ie wil. Nee, ze komen af en toe een pellet tegen en die moeten ze pakken, voordat de buurman hem heeft. Dat is de theorie natuurlijk. Sowieso is het wat commercials betreft pellets, pellets, pellets wat de klok slaat. (Ja Leon, dat heb ik van jou geleerd).
Pellets is voor de kweekkarpers op commercials ‘natuurlijk’ aas. Daar zijn ze mee groot gebracht. Op ’t Mun heb ik overigens ook altijd een blik SMAC mee. Een killer voor de steur, maar ook de karper is er gek op. Voor mij is bomlood overigens een techniek die ik dit jaar voor het eerst ontdekt heb.
Ondanks dat pellets de hoofdmoot zijn, besloot ik te beginnen met een groene ‘Neo Baits’ egg aan de hair. Het nieuwe heilige aas (als je Neo Baits zelf moet geloven). Letterlijk binnen 30 seconden klapt mijn top dubbel en kon ik even later mijn eerste spiegelkarper landen. Is het dan toch een wonder aasje? Nee, dat niet, want verder kwam er geen actie meer en besloot ik over te schakelen op de de pellet waarmee ik ook aan het schieten was (ook van Neo Baits, de groene versie). Twan haakte tijdens het voeren zijn eerste vis terwijl hij niet eens aas aan de hair had. Vals gehaakt in de rugvin, een ‘bijzonder’ begin noemen we dat ;-).
Zoals vaker in de ochtend op ’t Mun komt het niet echt snel op gang en is het zoeken naar de manier die snel vis oplevert. We pakken zo nu en dan een visje, maar het schiet niet echt op. Er zitten wel een paar mooie dikke exemplaren bij die de hengels mooi krom laten gaan
Na verloop van tijd besluit ik de waggler maar eens in te zetten. Voor degenen die dat niet kennen een korte uitleg. Je vist met een voorgelode dobber op een diepte van 30 tot 100 cm (dieper / ondieper kan ook natuurlijk, dobber kan schuiven). Aan de onderlijn met hair een harde pellet van 6 of 8mm in een baitband aan de hair. Het is één van de meest actieve manieren van commercial vissen, omdat je constant bezig bent. De bedoeling is dat je in een ritme komt van inwerpen, even wachten of de de dobber niet direct onder gaat, 3 pellets bij de dobber schieten en een korte ‘twitch’ zodat de aaspellet even beweegt, weer even wachten en als de vis niet bijt ophalen en de de hele riedel herhalen. Bij elkaar ligt je dobber tussen de 10 en 20 seconden in het water. Het mooie is dat de aanbeet meestal komt direct na het landen van je dobber. De karper reageert in de regel op de ‘splash’ van de dobber. Erg spectaculair natuurlijk, omdat het soms gepaard gaat met een kolk alsof er een snoek op je kunstaas duikt. Met het heel regelmatig bijschieten van pellets zorg je ervoor dat de vis omhoog komt om de zinkende pellets te pakken (en daarbij natuurlijk ook je haakaas). Door steeds weinig pellets te schieten creëer je voedselnijd. Er is immers niet veel eten en dus pakken ze onmiddellijk wat ze kunnen pakken. Als het ritme goed is en de vis gaat los, kan je soms elke worp vis hebben gedurende een periode. Dat vergt natuurlijk wel oefening en ik kan zeggen dat ik dat nu redelijk kan, maar ik zal mezelf geen ster noemen. Twan is een ander verhaal. De vorige keer op ’t Mun zat hij echt in een flow van om de worp vis. Het is ook zaak om ervoor te zorgen dat als je een vis drilt dat je het schiet ritme blijft volhouden om de vis actief te houden. Lastig, maar na wat tips van Twan gaat het me redelijk af.
Op de waggler pak ik redelijk snel een vis, maar het blijft bij die ene. Ik schakel dan weer over naar het bomlood. Ik wis daarmee op dezelfde plek als de waggler. Een groot gedeelte van de geschoten pellets zullen immers op de bodem terecht gekomen zijn. Ook Twan krijgt de vis niet dik op de waggler en wisselt de verschillende methoden af. Gedurende de ochtend pak ik snel na elkaar 2 vissen en een losser op een ‘Spicey Sausage’ pellet op het bomlood, maar dan valt het weer stil. Kort voor de kant (2 a 3 meter) heb ik ook een voerplekje gemaakt met losse pellets. Dit is meestal een plek die ik pas aan het eind van de dag ga bevissen, maar ik besluit het nu maar eens te proberen met de method. Dit keer niet alleen geweekte pellets, maar ook een blik SMAC wat ik door een voerzeef heb gedrukt als voer.
Aan de hair een blokje SMAC en met een onderhands worpje, ligt ie al op z’n plek. Binnen een minuut volgt er al een aanbeet. Een mooie steur van 97 cm kon de SMAC niet weerstaan. Dat het steur was snel duidelijk doordat ie tijdens de dril 2x boven het water uitsprong. Erg spectaculair gezicht.
Een beter foto dan dit is er niet helaas, omdat tijdens het fotograferen de hengel van Twan ook als een gek begon te stuiteren in de steun en hij zijn aandacht dus even moest verleggen ;-).
Tegen het eind van de ochtend heb ik iets van 6 vissen en Twan 4. Voor ’t Mun is dat slecht te noemen. We wisselen veel af en zoeken, naar de juiste methode / aas,maar we krijgen de vis niet echt aan de praat. Qua weer hebben we geluk, maar tegen 13:00 krijgen we een paar fikse buien over ons heen. De grote paraplu’s beschermen ons gelukkig, maar het is nooit fijn vissen vanonder zo’n obstakel.
Ondertussen is het in drukte ook toegnomen, wat nooit bevorderlijk werkt voor de vangsten, maar het hoort erbij. Wat ik echter niet begrijp is dat er vissers zijn die het nodig vinden om hun paraplu met een hamer keihard in de grond te rammen. Dat werkt pas echt niet bevorderlijk. Ben je zo’n visser…… stop daarmee!!
Na de buien klaart het helemaal op en wordt het zelfs lekker warm, blauwe lucht en een zonnetje. In theorie is dat goed weer voor de waggler. Twan lijkt daar ook z’n ritme in te vinden want hij krijgt aardig wat aanbeten en vangt wat vissen, maar totaal ‘karper mayhem’ wordt het niet en het blijft taai. Ik onderga bij mijn waggler visserij ook nog even de blunder van de dag: bij het inwerpen blijft mijn haak hangen achter mijn speedmaster feeder die achter mij in de steun ligt en bij de inworp zwiep ik deze hengel zo de plomp in! Gelukkig vlak voor de kant, dus kan ik hem makkelijk pakken. Bij het weer fatsoeneren van de te water geraakte hengel ligt mijn waggler dobber 1 meter van de kant, maar met aas aan de hair. Wellicht raden jullie het al, maar ook deze hengel valt bijna in het water, maar nu door een karper die de pellet gegrepen heeft. Deze vis kan ik na een mooie dril gelukkig gewoon landen. Beetje vreemd, maar hij telt wel ;-).
Beiden wisselen af met bomlood, method en waggler. We proberen wat ‘gekkigheden’ zoals totaal buiten je voerplek vissen, ‘blind’ inwerpen (twan), ik knoop een zakje pva met pellets aan mijn haak. We vangen onze visjes, maar nog steeds gaat het niet los. We kunnen wel stellen dat we beter vangen dan de rest van de vijver. Bijna alle stekken zijn bezet, maar er is weinig activiteit te bespeuren.
Af en toe een leuke spiegel gelukkig
Het laatste uur van de dag zijn bijna alle vissers vertrokken. Er is bijna geen wind en de zon schijnt, dus persen we er nog een laatste waggler uurtje uit. Dat gaat redelijk en vooral Twan laat zien dat hij deze visserij goed beheerst. Helaas verspeelt hij redelijk veel vis, maar gelukkig komen er ook nog een paar de binnenkant van het net bekijken. De dagafsluiter (op de waggler) is voor mij in de vorm van deze dikke spiegel (opvallend overigens dat de waggler meestal de dikke vissen oplevert). Twan heeft de dril, landing en release vastgelegd op film.
Het is ondertussen 17:15 en het is wel mooi geweest. We zijn moe en hebben honger, dus tijd om de zooi op te ruimen (Oh, leve de roofvisserij waarbij je met een hengel en een tasje kunstaas op pad gaat). Eindresultaat is 18 stuks voor Twan (2x steur, 1x schubkarper, 15x spiegelkarper) en nog zo’n 7 verspeelde vissen, 16 stuks voor mij (1x steur, 1x schubkarper, 14x spiegelkarper) en 1 of 2 verspeelde vissen. Dat klinkt als veel, maar op ’t Mun heb ik als norm dat 20 stuks ok is en alles van 30 en meer is een topdag. Komt wellicht arrogant over, maar dit is nu eenmaal niet natuurlijk water. Niettemin was het een heerlijk dagje vissen. Wat fikse buien halverwege, maar aan het eind van de dag was het prachtig weer. Ik heb mooi kunnen testen met mijn nieuwe spullen en het beviel me prima. Twan, het was een topdag (afgezien van de vangsten). Dat gaan we zeker nog eens overdoen, wellicht in Spanje aan de Ebro. Als dat dezelfde aantallen oplevert hebben we wel spierpijn denk ik 😉
Leo Olierook
/ 21 september 2015Mooie volledige reportage mannen.
34 stuks is een mooi aantal.
Tekenen een hoop vissers voor.